Vrije tijd
Niveau 1
Klik op de afspeelknop. Luister.
Zeg het woord luidop.
Zelfstandig naamwoord
de muziek
de gitaar
de piano
de blokfluit
de viool
de trompet
de drum
de microfoon
de zanger, de zangeres
de sport
het voetbal
het basketbal
het tennis
de atletiek
het wielrennen
het volleybal
het zwemmen
het judo
het zwembad
de speeltuin
Werkwoord
dansen, ik dans
gooien, ik gooi
vangen, ik vang
springen, ik spring
zwemmen, ik zwem
Niveau 2
Klik op de afspeelknop. Luister.
Zeg het woord luidop.
Zelfstandig naamwoord
de muzikant
het instrument
de saxofoon
de banjo
de muzieknoot
de klarinet
de luidspreker
de voetballer,
de voetbalster
de basketballer,
de basketbalster
de tennisser,
de tennisster
de atleet,
de atlete
de wielrenner,
de wielrenster
de volleyballer,
de volleybalster
de zwemmer,
de zwemster
de judoka
de voetbal
de basketbal
de tennisbal
de volleybal
het doel
de keeper
de mountainbike
de scheidsrechter
de ring
het team
de loopschoen
de schommel
de schuifaf
Werkwoord
joggen, ik jog
voetballen, ik voetbal
trappen, ik trap
slaan, ik sla
klimmen, ik klim
Niveau 3
Klik op de afspeelknop. Luister.
Zeg het woord luidop.
Zelfstandig naamwoord
de snaar
de toets
de cello
de contrabas
de strijkstok
het fluitje
het tennisracket
het net
de kleedkamer
de scout
de jeugdbeweging
Werkwoord
blazen, ik blaas
sprinten, ik sprint
zweten, ik zweet