Verkeer

Niveau 1

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de fiets

de fietser

de voetganger

de auto

de straat

de stoep

het zebrapad

het verkeerslicht

de politieagent

het vliegtuig

de brug

Werkwoord

stoppen, ik stop

wachten, ik wacht

stappen, ik stap

rijden, ik rijd

fietsen, ik fiets

oversteken, ik steek over

Niveau 2

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de bestuurder

de bus

de trein

de tram

de halte

het station

de step

de motorfiets

het park

het plein

de snelweg

het kruispunt

het fietspad

de parking

de ambulance

de brandweerwagen

de vrachtwagen

het schip

de metro

de fietsenstalling

Werkwoord

aankomen, ik kom aan

vertrekken, ik vertrek

instappen, ik stap in

uitstappen, ik stap uit

opstappen, ik stap op

afstappen, ik stap af

Niveau 3

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

het perron

de file

de zeilboot

de tunnel

de overweg

de bestelwagen

Werkwoord

parkeren, ik parkeer

besturen, ik bestuur

steppen, ik step