Tijd

Niveau 1

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de klok

het uur

de minuut

de seconde

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

zondag

de week

de dag

de maand

de middag

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

gisteren

vandaag

morgen

Niveau 2

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

het horloge

de agenda

de kalender

de wekker

het kwartier

het jaar

de ochtend

de avond

de nacht

het weekend

januari

februari

maart

april

mei

juni

juli

augustus

september

oktober

november

december

de lente

de zomer

de herfst

de winter

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

eergisteren

overmorgen

Niveau 3

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de afspraak

het schooljaar

het seizoen

de leeftijd

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

middernacht

Werkwoord

plannen, ik plan

wakker worden, ik word wakker