Op school

Niveau 1

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de pen

het potlood

het kleurpotlood

de viltstift

de schaar

de meetlat

het boek

het schrift

het werkblad

de oefening

de kaft

de klas

het woord

de letter

de klank

de zin

de laptop

de school

de juf

de meester

de leerling

de speeltijd

het uur

het Nederlands

de sport

het spelletje

de stoel

het bord

de vraag

de foto

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

juist

fout

snel

traag

moeilijk

makkelijk

klaar

Werkwoord

heten, ik heet

lezen, ik lees

schrijven, ik schrijf

zeggen, ik zeg

luisteren, ik luister

kijken, ik kijk

pakken, ik pak
nemen, ik neem

tekenen, ik teken

gaan, ik ga

zijn, ik ben

hebben, ik heb

leren, ik leer

tonen, ik toon

maken, ik maak

spelen, ik speel

vragen, ik vraag

kleuren, ik kleur

Niveau 2

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de lijm

de plakstift

het papier

de middagpauze

de wiskunde

de schoolbank

de refter

de sportzaal

de les

het huiswerk

het plakband

de verf

de borstel

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

vorig

volgend

Werkwoord

oefenen, ik oefen

opletten, ik let op

nazeggen, ik zeg na

aanwijzen, ik wijs aan

onderlijnen, ik onderlijn

verbinden, ik verbind

plakken, ik plak
kleven, ik kleef

Niveau 3

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de gang

de leraar

de lerares

de passer

de geodriehoek

de gradenboog

het woordenboek

de atlas

de kaart

het prikbord

Werkwoord

studeren, ik studeer

doorstrepen, ik doorstreep

invullen, ik vul in