Grammatica
Werkwoorden
zijn
Oefen de vervoeging van het werkwoord 'zijn'.
hebben
Oefen de vervoeging van het werkwoord 'hebben'.
Positiewerkwoorden
Oefen de werkwoorden 'staan', 'liggen', 'hangen', 'zitten', 'zetten', '(neer)leggen' en '(weg)stoppen.
sterke werkwoorden
Oefen 50 klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd en als voltooid deelwoord.
Modale werkwoorden
Oefen zinnen met 'mogen', 'kunnen', 'zullen', 'moeten', ...
Werkwoordenspel
Interactief ganzenbord
thema op school
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Op school'.
thema mijn lichaam
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Mijn lichaam'.
thema het huis
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Het huis'.
thema kleding
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Kleding'.
thema aan tafel
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Aan tafel'.
thema familie
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Familie'.
thema eten & drinken
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Eten & Drinken'.
thema natuur
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Natuur'.
thema hygiëne
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Hygiëne'.
thema verkeer
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Verkeer'.
thema vrije tijd
Oefen de werkwoorden uit het thema 'Vrije tijd'.
Andere leerinhouden
Voornaamwoorden
Persoonlijk, bezittelijk, wederkerend en aanwijzend voornaamwoord
Vraagwoorden
Wie, wat, waar, wanneer, ...
Oefen ze hier
Zinsdelen
Splits de zin in zinsdelen.
Onderwerp en Persoonsvorm
2 oefeningen: Onderwerp aanduiden of persoonvorm aanduiden.
Bijvoeglijk naamwoord
Duid alle bijvoeglijke naamwoorden aan in de zin.
Zelfstandige naamwoorden
Duid alle zelfstandige naamwoorden aan in de zin.