Familie

Niveau 1

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de vader, papa

de moeder, mama

de broer

de zus

de baby

het kind

de familie

de jongen

het meisje

de vriend

de vriendin

de man

de vrouw

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

ziek

gezond

Werkwoord

houden van, ik houd van

Niveau 2

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de grootvader, opa

de grootmoeder, oma

de zoon

de dochter

de kleuter

het gezin

het feest

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

zwanger

Werkwoord

zorgen voor, ik zorg voor

trouwen, ik trouw.
huwen, ik huw

Niveau 3

Klik op de afspeelknop. Luister.

Zeg het woord luidop.

Zelfstandig naamwoord

de peuter

de ouder

de adolescent

de volwassene

de puber

de partner

het huwelijk

Werkwoord

vieren, ik vier

opvoeden, ik voed op

bevallen, ik beval