Aan tafel
Niveau 1
Klik op de afspeelknop. Luister.
Zeg het woord luidop.
Zelfstandig naamwoord

het bord

het glas

het mes

de vork

de lepel

de fles

de kop, het kopje

de peper

het zout

het ontbijt

de lunch
Werkwoord

eten, ik eet

drinken, ik drink
Niveau 2
Klik op de afspeelknop. Luister.
Zeg het woord luidop.
Zelfstandig naamwoord

de mok

het servet

de pot

de snack

de kruiden

de soep

de salade

het dessert

het tafellaken
Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord

lekker

vies
Werkwoord

snijden, ik snijd

zetten, ik zet

afwassen, ik was af

proeven, ik proef
Niveau 3
Klik op de afspeelknop. Luister.
Zeg het woord luidop.
Zelfstandig naamwoord

de koffiekan

het blik

het brik

het diner
het avondeten

het hoofdgerecht

de vaatwasmachine
Werkwoord

opscheppen, ik schep op
inscheppen, ik schep in

inschenken, ik schenk in